Waardebepaling
Debiteurenportefeuille als onderdeel van een groter geheel
Een debiteurenportefeuille kan op zichzelf staand worden bekeken. Echter, zodra het waarderingsvraagstuk aan de orde komt zal de portefeuille als onderdeel van een groter geheel beoordeeld worden. Daarbij wordt de debiteurenportefeuille vanuit verschillende invalshoeken onderzocht. Bij de waardebepaling wordt gekeken naar: ”Hoe doen leverancier en afnemer zaken?”. Met als uitgangspunt de nominale boekwaarde van de debiteurenportefeuille wordt uiteindelijk de hoogte van de intrinsieke waarde bepaald. Het verschil tussen nominaal en intrinsiek is de factor waar verantwoording over wordt afgelegd.
Debiteurenportefeuille en de borrowing-base
De wijze waarop de onderneming concreet opereert, de wijze van zakendoen, vindt zijn weerslag op de debiteurenportefeuille. Een financier zal zich willen verdiepen in de manier van zakendoen door kredietnemers. Die interesse kan een aanwijsbare oorzaak hebben, zoals bijvoorbeeld een borrowing-base financiering, periodieke controle, een nieuwe financieringsaanvraag, teruglopende financiële resultaten en veranderende marktomstandigheden.
Scenario’s
Op basis van veronderstellingen, historische gegevens en kansberekeningen wordt ingeschat hoe de intrinsieke waarde van een portefeuille zich zal ontwikkelen binnen verschillende scenario’s.
Reflecteren
Biedt de debiteurenportefeuille voldoende zekerheid voor de financier in een scenario waarbij het bedrijf in zwaar weer terecht komt? Een “stresstest” kan niet achterwege blijven indien de kans lijkt toe te nemen dat een negatief scenario niet langer denkbeeldig is voor het bedrijf in kwestie. Het reflecteren over de uitkomsten kan tot verrassende inzichten leiden.
Bevindingen worden onderbouwd. De waardebepaling zal gepaard gaan met aanbevelingen ter verhoging van de intrinsieke waarde.
Het pandrecht op de handelsvorderingen zal aan een aantal formele vereisten moeten voldoen. Onderdeel van de waardebepaling van de portefeuille is de controle van de formele vereisten.
Werkkapitaal bestaat uit debiteuren, voorraden (van grondstoffen tot eindproduct) en crediteuren. Mirus beoordeelt de financierbaarheid van debiteuren. Daarbij worden de administratieve voorraadposities in kaart gebracht. In overleg met daartoe gespecialiseerde dienstverleners kan een waardebepaling van de voorraad plaatsvinden.
Opdrachtgevers zijn bedrijven of financiële instellingen. In de rapportage wordt aandacht besteed aan diverse onderwerpen ter verbetering van de financierbaarheid.